De overheid wil dat ondernemers zo min mogelijk energie verbruiken om zo de uitstoot van schadelijke stoffen, zoals CO2, te beperken. Om energie te besparen, hebben ondernemers die veel energie verbruiken een energiebesparingsplicht. Bovendien moeten deze ondernemers hier iedere vier jaar over rapporteren volgens de informatieplicht. Daarnaast bestaat er voor sommige ondernemers een onderzoeksplicht inzake energiebesparing.
In deze advieswijzer geven we aan wat deze plichten voor jou in de praktijk betekenen en hoe je aan deze plichten kan voldoen. Ook vind je waar je terechtkan voor nadere informatie.
Energiebesparingsplicht
Als ondernemer heb je een energiebesparingsplicht als je in een jaar op een locatie minstens 25.000 kWh aan elektra of minstens 50.000 m3 gas verbruikt. De energiebesparingsplicht betekent dat je verplicht bent alle energiebesparende maatregelen te treffen waarvan de terugverdientijd vijf jaar of minder bedraagt. Ook maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder die geen energie besparen maar die wel de uitstoot van CO2 reduceren, ben je verplicht te treffen. Je voldoet aan de plichten als je alle maatregelen uitvoert met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of als je alle maatregelen die voor jou van toepassing zijn uitvoert die zijn vermeld op de Erkende Maatregelenlijst voor energiebesparing (EML). Voer je een maatregel van de EML niet uit, dan moet je een alternatieve maatregel uitvoeren die minstens evenveel energie bespaart. Heb je een energiebesparingsplicht, dan moet je hierover iedere vier jaar rapporteren.
Let op! Heb je dit nog niet gedaan, dan ben je verplicht uiterlijk 1 december 2023 digitaal te rapporteren bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). Meer informatie over de energiebesparingsplicht is te vinden via Energiebesparingsplicht vanaf 2023 (rvo.nl).
Uitbreiding besparingsplicht
Ook voor ETS-ondernemingen, de glastuinbouw en bedrijven die over een omgevingsvergunning milieu moeten beschikken, geldt de energiebesparingsplicht per 1 juli 2023. ETS-ondernemingen zijn bedrijven die verplicht moeten deelnemen aan het Emission Trade System, een handelssysteem voor de CO2-uitstoot van de industrie. In dat systeem moeten bedrijven voor elke ton aan CO2-uitstoot één emissierecht inleveren, dat men kan kopen en eventueel verhandelen. Het aantal emissierechten wordt jaarlijks lager vastgesteld, zodat bedrijven ofwel steeds duurdere emissierechten moeten kopen, ofwel moeten investeren in het beperken van de uitstoot.
Regels bij verhuur
Ben je de enige gebruiker van een gebouw, dan ben je ook verantwoordelijk voor de te nemen energiebesparende maatregelen én voor de te leveren informatie hierover. Voor maatregelen met betrekking tot het gebouw treed je in overleg met de eigenaar. De eigenaar van het gebouw is verantwoordelijk voor de maatregelen hieromtrent, tenzij anders contractueel is afgesproken. De maatregelen waarvoor je als huurder verantwoordelijk bent, moet je ook zelf nemen. Bij een gebouw met meerdere huurders is de eigenaar verantwoordelijk voor de te nemen energiebesparende maatregelen aan het gebouw. De huurders zijn verantwoordelijk voor de maatregelen van het proces. Het ligt voor de hand dat de gebouweigenaar, bij weinig processen die plaatsvinden bij de huurders, ook rapporteert namens de huurders.
Let op! Het ligt voor de hand dat degene die de maatregelen uitvoert ook rapporteert over de maatregelen. Er zijn bijvoorbeeld situaties, zoals in winkelcentra, dat de eigenaar van het winkelcentrum rapporteert over de collectieve voorzieningen, zoals een roltrap of verlichting en dat de huurder verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de maatregelen en hierover dan ook rapporteert.
Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML)
Als voor jouw bedrijf de energiebesparingsplicht geldt, dan moet je bij de RVO iedere vier jaar rapporteren welke energiebesparende maatregelen je hebt genomen. De rapportage stel je op aan de hand van de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML). Op deze lijst staan energiebesparende maatregelen waarvan de terugverdientijd vijf jaar of minder bedraagt. Van de op de EML genoemde maatregelen geef je aan of je deze hebt uitgevoerd of dat je een alternatieve maatregel hebt uitgevoerd.
De EML kent drie onderdelen, te weten ‘gebouwen’, ‘faciliteiten’ en ‘processen’. Per categorie moet je bekijken of deze voor jou relevant is. Zo ja, dan moet je de maatregelen uitvoeren. Voor gebouwen betreft dit bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen voor de verwarming van het gebouw of voor de verlichting van de binnenruimte. Bij faciliteiten tref je onder meer energiebesparende maatregelen aan voor de koeling van producten, voor roltrappen of met betrekking tot je serverruimte. Voor energiebesparende maatregelen inzake processen kan je onder meer denken aan maatregelen om warmteverlies te beperken en aan energiebesparende maatregelen voor veehouderijen.
Of je een maatregel van de EML direct moet uitvoeren, hangt af van diverse omstandigheden. Onder meer de uitgangssituatie is hiervoor van belang. Zo kan je bijvoorbeeld geen energie met betrekking tot warmte besparen in een ruimte die niet verwarmd is. Ook technische factoren zijn van belang. Brandt in een bepaalde ruimte gedurende de dag slechts kort de verlichting, dan zal de terugverdientijd inzake energiebesparende verlichting te lang zijn. Ook kunnen sommige energiebesparende maatregelen pas op een later moment rendabel zijn. Als je bijvoorbeeld op een bepaald moment je gevel moet renoveren, kan het rendabel zijn dan gelijk te kiezen voor isolerend glas.
Let op! Voor de glastuinbouw geldt sinds 1 juli 2023 ook de energiebesparingsplicht. Voor deze sector is een specifieke EML beschikbaar.
EED-auditplicht
Naast de energiebesparingsplicht en de hieraan gekoppelde rapportageplicht bestaat er de Europese Richtlijn Energie-Efficiëntie (EED). Deze plicht geldt alleen voor grote bedrijven die niet als mkb aangemerkt worden. Dat wil zeggen dat je maximaal 250 werknemers (fulltime) in dienst hebt, de omzet maximaal € 50 miljoen bedraagt en/of het balanstotaal maximaal € 43 miljoen is. Het doel van de EED-auditplicht is om bedrijven inzicht te geven in hun energiegebruik en aan te geven op welke manieren energie bespaard kan worden. Je moet met name rapporteren welke energiebesparende maatregelen je kan nemen en welke besparing dit oplevert. De rapportage op grond van de EED beperkt zich niet tot maatregelen met een terugverdientijd van maximaal vijf jaar. Voor de EED is desgewenst gebruik te maken van slablonen die je aantreft op de site van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).
Ook ‘vervoer’ maakt onderdeel uit van de rapportageplicht inzake de EED, maar alleen voor zover je binnen je bedrijf zelf het vervoer verzorgt. Besteed je het vervoer uit, dan is de vervoerder eventueel rapportageplichtig, als deze aan de voorwaarden voor de plicht voldoet. Het woon-werkverkeer van werknemers valt niet onder de rapportageplicht. Onderdeel van de rapportage is onder meer een overzicht van het totaal gemeten energieverbruik van je bedrijf alsmede een uitsplitsing van het energieverbruik voor de processen, gebouwen, installaties en vervoer van de onderneming. Ook moet je een lijst van energiebesparende maatregelen opnemen, waarbij je gebruik kan maken van bovengenoemde EML.
Je moet iedere vier jaar rapporteren. Dit is opengesteld op 4 juli 2023. De rapportage moet digitaal aangeleverd worden bij de RVO. Hiervoor heb je eHerkenning niveau 2+ of hoger nodig.
Let op! Je bent wettelijk verplicht de EED-rapportage aan te leveren. Doe je dit niet, dan kan de RVO je een last opleggen met een dwangsom. Voldoe je dan nog niet aan de verplichting, dan moet je de dwangsom betalen.
Tip: als je investeert in een energiebesparende maatregel waarop de Energie-investeringsaftrek (EIA) van toepassing is, komen de rapportagekosten ook voor de EIA in aanmerking.
Onderzoeksplicht
Grote energie verbruikende bedrijven kunnen ook nog te maken hebben met een onderzoeksplicht inzake energiebesparing. Dit geldt voor locaties van bedrijven met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen kWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas. Of de onderzoeksplicht op de activiteiten van jouw bedrijf van toepassing is, hangt af van wie de milieuregels voor de milieubelastende activiteit van jouw bedrijf bepaalt. Om te bepalen of er een onderzoeksplicht geldt voor de locatie kunnen ondernemers het stappenplan raadplegen: Stappenplan Energiebesparing Rapportageplicht (rvo.nl).
De onderzoeksplicht houdt in dat je eens per vier jaar onderzoekt welke energiebesparende maatregelen je moet nemen. Dit moet je digitaal rapporteren bij de RVO. Je moet in je rapportage ook aangeven welke maatregelen je de voorafgaande periode al hebt genomen.
Let op! De eerstvolgende rapportage moet uiterlijk 1 december 2023 bij de RVO binnen zijn.
Wettelijk is bepaald over welke aspecten van de bedrijfsvoering je met betrekking tot energiebesparing moet rapporteren. Dit betreft onder meer een analyse van het energieverbruik, waaronder een opgave van onbenutte warmtestromen alsmede een inventarisatie van kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen. Ook hiervoor kan je gebruikmaken van de EML. Voor je rapportage is wettelijk vastgelegd hoe je de terugverdientijd van een investering en de CO2-reductie moet berekenen. Je kan voor de rapportage gebruikmaken van sjablonen die je vindt op de site van de RVO.
Fiscale maatregelen m.b.t. energiebesparing
Voor maatregelen waarvan de terugverdientijd langer is dan vijf jaar, bestaat geen plicht deze uit te voeren. Voor dergelijke maatregelen kom je vaak wel in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek (EIA). Deze aftrek is met name bedoeld voor energiebesparende investeringen die, gelet op het rendement, nog onvoldoend rendabel zijn. Door hiervoor een fiscale aftrek te verlenen, dalen de nettokosten van de investering en is deze eerder rendabel.
Alleen bedrijfsmiddelen die op de zogenaamde Energielijst staan, komen voor de EIA in aanmerking. De Energielijst kan je inzien en downloaden op de site van de RVO en wordt ieder jaar vernieuwd. De EIA levert voor investeringen in het jaar 2023 een extra aftrek van de winst op van 45,5%. Het totale maximumbedrag dat voor de EIA in aanmerking komt, bedraagt € 136 miljoen. Een investering in een bedrijfsmiddel dat bijvoorbeeld € 100.000 kost en op de Energielijst staat, levert dus een extra aftrek op de winst op van € 45.500.
Let op! In het Belastingplan 2024 is opgenomen dat de EIA in 2024 wordt verlaagd van 45,5 naar 40%.
Overweeg je een investering te doen in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het wellicht interessant dit in 2023 nog te doen. Dit plan moet nog wel worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.
Handhaving
Een onderneming die voldoet aan de daarvoor geldende voorwaarden is wettelijk verplicht energiebesparende en/of CO2-reducerende maatregelen te treffen, te rapporteren en/of te informeren. Zijn er maatregelen genomen die niet staan vermeld op de EML, dan is het bevoegd gezag ook gerechtigd te controleren of de genomen alternatieve maatregelen voldoende zijn geweest. Voldoet een onderneming niet aan haar plichten, dat is het bevoegd gezag gerechtigd om eerst een waarschuwingsbrief te versturen. Ook kan het bevoegd gezag een dwangsom opleggen. Het bevoegd gezag is veelal de gemeente, de provincie of het Rijk. De hoogte van de dwangsom moet evenredig zijn aan de ernst van de overtreding en is bedoeld om bedrijven er alsnog toe te brengen de vereiste maatregelen te nemen dan wel te rapporteren en/of te informeren. Een bedrijf moet de dwangsom betalen als niet alsnog aan de wettelijke plichten wordt voldaan, vóór de termijn die daartoe door het bevoegd gezag gesteld is. Bij het vaststellen van deze termijn wordt rekening gehouden met de tijd die nodig is om een geconstateerde overtreding te beëindigen. Een dwangsom kan herhaald worden bij het niet blijven voldoen aan de wettelijke regels.
Meer informatie: RVO
De energiebesparingsplicht, de informatieplicht en de rapportageplicht bestaan voor de gemiddelde ondernemer uit behoorlijk ingewikkelde regelingen. Er zijn tal van bedrijven die ondernemers deze werkzaamheden tegen betaling uit handen kunnen nemen. Als je googelt op ‘energiebesparingsplicht advies’ blijkt dat er aan adviseurs keuze genoeg is. Op RVO.nl kan je terecht voor alle informatie die op jouw specifieke situatie, voor jouw branche of bedrijf, van toepassing is. Via deze site moet je ook de rapportages digitaal aanleveren, waarvoor eHerkenning niveau 2+ of hoger met machtiging RVO-diensten niveau eH2+ nodig is.
Meer informatie: DEB
Voor informatie inzake de energiebesparingsplicht en rapportageplichten kan je ook terecht op de site deb.nl (duurzaam energie besparen). DEB verstrekt informatie aan ondernemers die geconfronteerd worden met de wettelijke plichten op dit gebied, maar ook aan ondernemers die niet verplicht zijn tot energiebesparende maatregelen en overwegen om hier uit het oogpunt van kostenbesparing toe over te gaan.
Tip: DEB heeft een praktisch overzicht van alle 150 maatregelen die deel uitmaken van de EML.
DEB werkt samen met tal van branches, zodat de informatie zo veel mogelijk toegespitst is op de persoonlijke situatie van de ondernemer. Je kan kosteloos inloggen op de site van DEB en hier een eigen account aanmaken.
Voorbeeld | Als voorbeeld noemen we de maatregel tot plaatsing van een dubbelwandige vaatwasmachine in grootkeukens, zoals aanwezig in de horeca. Op de site van DEB tref je deze aan bij de maatregelen in de categorie ‘faciliteiten’. De site geeft aan dat een dubbelwandige vaatwasmachine vanwege de dubbele wanden minder warmteverlies heeft, waardoor water niet opnieuw opgewarmd hoeft te worden, wat energie bespaart. Bij de toelichting lees je dat de maatregel rendabel is bij een gebruik van een vaatwasser voor gemiddeld 1 uur per dag, gedurende het gehele jaar.
Deb.nl bevat ook informatie over beschikbare subsidies en bevat namen en contactinformatie van energieadviseurs. Je kan je bij DEB aanmelden voor een speciale nieuwsbrief, zodat je altijd op de hoogte bent van het laatste nieuws en de nieuwe maatregelen.
Disclaimer | Hoewel bij de samenstelling van deze advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.