top of page

Corona | Vragen en antwoorden over de continuïteitsbijdrage van Zorgverzekeraars Nederland


Zorgverzekeraars Nederland heeft op 2 mei 2020 op de website de berekeningsmethodiek van de continuïteitsbijdrage bekend gemaakt. Wat betekent deze berekeningsmethodiek voor zorgaanbieders en zorginstellingen? Wanneer krijg je de bijdrage? Hoe hoog is deze? Deze en andere vragen beantwoorden wij hieronder. Ook vermelden we welke voorwaarden nog duidelijk moeten worden. Hoe hoog is de continuïteitsbijdrage die je als zorgaanbieder betaald krijg? De regeling gaat uit van een vast percentage per beroepsgroep. De berekening van de continuïteitsbijdrage gaat uit van formule (normomzet – gerealiseerde omzet)* percentage = continuïteitsbijdrage . Dit zou betekenen dat zorgverzekeraars per saldo de door jou gerealiseerde omzet * het toepasselijke percentage in mindering laten strekken op de te ontvangen continuïteitsbijdrage. Rekenvoorbeeld continuïteitsbijdrage voor de maand mei - Stel: het op jouw beroepsgroep van toepassing zijnde percentage is 81%. Jouw normomzet voor de maand mei is € 20.000. Je hebt in de betreffende maand nog € 5.000 omzet kunnen realiseren. In dat geval wordt de in het kader van de continuïteitsbijdrage te ontvangen uitkering voor de maand mei (€ 20.000-€ 5.000) * 81% is € 12.150. Dit bedrag krijg je dan, naast de € 5.000 gedeclareerde omzet. Dat is dus iets meer dan dat je in de betreffende maand in het geheel geen inkomsten had kunnen realiseren, want dan had je 81% van € 20.000 is € 16.200 aan continuïteitsbijdrage ontvangen (maar dan had je mogelijk ook minder kosten gehad). Wanneer kan je als zorgaanbieder de continuïteitsbijdrage betaald krijgen? Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de continuïteitsbijdrage over maart en april uitgekeerd kan worden in mei. En de continuïteitsbijdrage mei in juni en over juni in juli. Telkens een maand later dus. Wel is het goed mogelijk dat dit pas het einde van de maand betaald kan/zal worden. Voor de continuïteitsbijdrage over maart en april ligt dit zonder meer in de lijn der verwachting. Houd er rekening mee dat de voorwaarden die horen bij de afspraken die een zorgaanbieder moet accepteren om voor de continuïteitsbijdrage in aanmerking te komen nu nog niet bekend zijn en eerst via een via Vecozo te sluiten overeenkomst moeten worden geaccepteerd door de zorgorganisatie. Dit zal wel enige tijd in beslag nemen. Wordt de omzet die in de tussentijd is gerealiseerd direct verrekend met de continuïteitsbijdrage? Het is niet zeker dat zorgverzekeraars de continuïteitsbijdrage direct zullen corrigeren voor de daadwerkelijk gerealiseerde omzet over die maand, maar dat lijkt wel het uitgangspunt. Gelet op het beschreven betaalproces, wordt verwacht dat de continuïteitsbijdrage wel direct lager vastgesteld zal worden, rekening houdend met de door jou gerealiseerde omzet over de betreffende maand. De uitkering van de continuïteitsbijdrage over een maand is immers altijd in de maand opvolgend op de maand(en) waarop de continuïteitsbijdrage betrekking heeft, zodat deze verrekening mogelijk is. Uit de formule van de continuïteitsbijdrage volgt dat bij de definitieve afrekening van de continuïteitsbijdrage de gerealiseerde omzet alsnog zal worden meegenomen en betrokken in de berekening. Voor zover de gerealiseerde omzet nog niet direct in mindering zou zijn gebracht op de continuïteitsbijdrage, doe je er dus verstandig aan een reservering te treffen, omdat de gerealiseerde omzet uiteindelijk met de continuïteitsbijdrage zal worden verrekend. In de regeling is voorzien in verrekeningen in de tweede helft van 2020 en een eindafrekening medio 2021. Op welke periode ziet de continuïteitsbijdrage? Vooralsnog ziet de continuïteitsbijdrage op de maanden maart, april, mei en juni 2020. Deze periode kan verlengd worden, maar daar lijkt ZN nu nog niet vanuit te gaan. Is de periode van de ZN-regeling gelijk aan de periode van de NOW-regeling? Nee. De periode van de ZN-regeling wijkt af van de periode waarop de NOW-regeling ziet. Voor een deel is er overlap. De ZN-regeling ziet op de periode maart tot en met juni 2020. De NOW-regeling op de periode maart tot en met mei. De ZN-regeling loopt dus 1 maand langer door. Voor de NOW ben je vrij een andere periode te kiezen als referentieperiode voor het berekenen van de omzetdaling. Dit mag de periode maart tot en met mei zijn, maar ook de periode april tot en met juni of mei tot en met juli. Ook als je kiest voor een andere referentieperiode wordt de NOW subsidie berekend over de loonsom maart tot en met mei 2020. De NOW-regeling geldt nu voor een periode van 3 maanden, maar kan mogelijk met 3 maanden worden verlengd. De ZN-regeling geldt dus voor een periode van 4 maanden en kan ook worden verlengd. Telt ook onverzekerde zorg mee voor de ZN-regeling? De ZN-regeling houdt alleen rekening met verzekerde zorg, zowel zorg vergoed onder de basisverzekering als zorg vergoed onder een aanvullende verzekering De normomzet voor de continuïteitsbijdrage wordt gebaseerd op de (relevante omzet) van de verzekerde zorg die in 2019 is vergoed. Dit betekent dat voor zover een groot deel van je omzet afkomstig is van niet verzekerde zorg (vaak in mondzorg en fysiotherapie), deze omzet niet meegenomen wordt in de continuïteitsbijdrage. Voor deze omzetderving kan je alleen aankloppen bij de Rijksregelingen, zoals de NOW-regeling. Voor niet-gecontracteerde aanbieders betekent dit dat gekeken wordt naar het deel van de omzet dat vergoed is (aan jou of de verzekerde). Dus als de verzekeraar 75% van het gemiddeld gecontracteerde tarief heeft vergoed, dan geldt voor de berekening van de continuïteitsbijdrage deze 75% als uitgangspunt voor de berekening van de continuïteitsbijdrage en niet het bedrag dat in rekening is gebracht. Het maakt daarvoor niet uit of de zorg rechtstreeks door de zorgverzekeraar aan jou vergoed is of aan de verzekerde. Het bedrag dat door de zorgverzekeraar voor de door jou geleverde zorg vergoed is, is bepalend. Gelden voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders nog aanvullende of andere voorwaarden? Voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders houden zorgverzekeraars nog wel een slag om de arm: 'In geval het omzet van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder betreft dan kan de zorgverzekeraar een correctie op deze omzet toepassen op basis van het gemiddelde gecontracteerde tarief. Deze correctie kan vooraf of bij de tussentijdse- of definitieve afrekening plaatsvinden.' Het vermoeden is dat dit ziet op de situatie dat een zorgaanbieder in 2019 nog wel gecontracteerd was en in 2020 niet meer. In die situatie kan de vergoeding op basis van de continuïteitsbijdrage hoger uitvallen dan de vergoeding die de zorgaanbieder zou hebben ontvangen als wel zorg verleend had kunnen worden. Het is niet uitgesloten dat zorgverzekeraars op andere gronden nog een correctie willen kunnen toepassen op de omzet van niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Zijn de juridische voorwaarden van de continuïteitsregeling al bekend? Hoewel de berekening van de hoogte van de continuïteitsbijdrage nu bekend gemaakt is, zijn de voorwaarden waaraan een zorgaanbieder moet voldoen om in aanmerking te komen voor de continuïteitsbijdrage nog niet bekend. De eerdere berichten van Zorgverzekeraars Nederland maken dit nog niet heel concreet. Het is erg belangrijk om eerst kennis te nemen van deze voorwaarden voordat je een keuze maakt om wel of niet gebruik te maken van de ZN-regeling. Zowel de NOW als de ZN-regeling gaan uit van de omzet als basis voor de compensatie. De uitgangspunten voor de NOW-regeling en de ZN-regeling zijn niet gelijk. In de ZN-regeling wordt uitgegaan van de verzekerde omzet. Bij de NOW-regeling is al je omzet relevant. Bij de ZN-regeling strekt de gerealiseerde omzet bovendien in mindering op de te ontvangen continuïteitsbijdrage. Feitelijk betaal je de continuïteitsbijdrage dus (deels) terug met de door jou gerealiseerde omzet en – later – de inhaalomzet. Omdat de berekening uitgaat van omzet, zonder rekening te houden met kosten, doe je er verstandig aan beide regelingen goed door te rekenen. Als de voorwaarden verbonden aan de ZN-regeling tot gevolg hebben dat je kosten moet voldoen die je anders niet zou hoeven te voldoen, kan het voor jou gunstiger uitpakken als je uitsluitend een beroep op de NOW doet. Dat hangt af van de exacte voorwaarden van de ZN-regeling én van de vraag of zorgaanbieders – als zij geen gebruik maken van de ZN-regeling – zich voor hun volledige omzetderving kunnen wenden tot de NOW, waarover de volgende vraag. Sluiten de ZN-regeling en de NOW-regeling elkaar onderling uit? Hoe zit het met samenloop tussen de ZN-regeling en de NOW-regeling? Vooralsnog lijkt het er op dat de ZN-regeling en de NOW-regeling elkaar onderling niet uitsluiten. Wel moet je dan de ontvangen continuïteitsbijdrage optellen bij de omzet, waardoor je omzetderving lager uitvalt en daardoor de vergoeding op basis van de NOW lager zal uitvallen. Voor het deel omzetderving dat overblijft na ontvangst van de ZN-regeling kan je nog een beroep doen op de NOW-regeling. Daarvoor is dan wel vereist dat de resterende omzetdaling nog afdoende is om in aanmerking te komen voor de NOW-regeling. Daarvoor is een omzetdaling van 20% vereist. De ZN-regeling gaat uit van een vergoeding van omzet, onder aftrek van de gerealiseerde omzet. De NOW-regeling gaat uit van het compenseren van de loonkosten (90%) naar rato van de omzetdaling. Zeker voor zorgaanbieders die ook een (groot) deel niet-verzekerde zorg leveren kan de NOW-regeling een belangrijke aanvulling blijven of, afhankelijk van de voorwaarden, mogelijk zelfs een (beter) alternatief zijn. Een uitkering op basis van de ZN-regeling moet bij de omzet opgeteld worden en heeft daarmee tot gevolg dat sprake is van een lagere omzetderving. Onder omstandigheden kan dit ongunstig uitpakken. Dit kan het geval zijn als hierdoor net de grens van 20% vereist voor een beroep op de NOW-regeling niet meer behaald wordt. Ook kan hiervan sprake zijn als extra kosten gemaakt moeten worden. De NOW-regeling kijkt immers alleen naar de omzetderving en de loonsom. Als de omzetderving lager is als gevolg van de ZN-regeling, en de kosten een stuk hoger, dan zijn dat twee componenten die een negatief effect hebben op de mogelijke compensatie op grond van de NOW-regeling. Je doet er sowieso verstandig aan na te rekenen of de compensatie die je krijgt op grond van de ZN-regeling dit goed maakt. Daarbij is het ook verstandig rekening te houden met de consequenties voor de inhaalomzet. Een en ander goed (laten) bekijken en doorrekenen voor jouw specifieke situatie is dus het devies. We kijken dan ook graag met je mee. Let op! Voor zorgaanbieders waarbij het aandeel verzekerde zorg erg hoog is, is het goed mogelijk dat zij, gelet op de hoogte van het percentage van de omzet dat als uitgangspunt gehanteerd wordt voor de continuïteitsbijdrage, per saldo geen aanspraak meer kunnen maken op de NOW-regeling, omdat de compensatie die in het kader van de continuïteitsbijdrage ontvangen wordt zodanig hoog is dat de resterende omzetderving minder dan 20% is, waardoor niet langer aan de eisen om in aanmerking te komen voor de NOW-regeling is voldaan. Hoe zit het met de inhaalomzet? Van inhaalzorg is sprake als zorgaanbieders zorg gaan inhalen boven de reguliere zorg. Inhaalomzet is de omzet hoger dan de verwachte omzet. Hoe dat exact berekend wordt, zal waarschijnlijk blijken uit de juridische voorwaarden bij de regeling. Wel is al bekend dat voor inhaalzorg een aparte lagere vergoeding geldt. De zorgaanbieder krijgt daarvoor bijvoorbeeld 48% van het reguliere tarief uitgekeerd. Deze korting stopt als de som van de eerder verstrekte continuïteitsbijdrage is bereikt. Het is niet duidelijk of deze som bereikt moet worden met de 48% van de omzet, die wel wordt uitgekeerd, of met de 52% van de omzet die feitelijk niet wordt vergoed. Dit laatste lijkt het meest logisch. Op die wijze wordt 52% van de gerealiseerde meeromzet gebruikt om de continuïteitsbijdrage terug te betalen. Is er sprake van een uitkering en afrekening per zorgverzekeraar? De regeling gaat uit van een uitkering van een bedrag per zorgverzekeraar. Dit lijkt er op te duiden dat het bedrag verzekerde zorg per verzekeraar wordt bepaald en per verzekeraar een normomzet wordt vastgesteld (gebaseerd op de bij die verzekeraar in 2019 gerealiseerde omzet) die dient als basis voor de berekening voor de van die verzekeraar te ontvangen continuïteitsbijdrage. Het lijkt er op dat de continuïteitsbijdrage op deze wijze per zorgverzekeraar zal worden uitbetaald. In de regeling is immers opgenomen dat een drempelwaarde van € 50 per maand aangehouden zal worden. Onder dat bedrag wordt er niet uitbetaald. Dit bedrag geldt niet per Uzovi, maar per concern. Als de gerealiseerde omzet direct in mindering strekt op de te betalen continuïteitsbijdrage over een maand, dan kan het voorkomen dat je in de ene maand voor die verzekeraar vanwege de gerealiseerde omzet geen continuïteitsbijdrage ontvangt, omdat de gerealiseerde omzet hoger was dan de normomzet (voor de betreffende verzekeraar), en de maand daarna wel weer een continuïteitsbijdrage betaald moet worden. Deze fluctuaties zijn met name te verwachten bij zorgverzekeraars met een voor jou kleiner marktaandeel. Als gevolg van deze fluctuaties kan het voorkomen dat je per saldo in een maand meer continuïteitsbijdrage ontvangt dan waar je uiteindelijk recht op had. Bij de eindafrekening zal dit, zo verwachten wij, uiteindelijk wel worden verrekend. Houd er dus rekening mee daarvoor – voor zover mogelijk – een reservering te maken. Rekenvoorbeeld - Bij verzekeraar A is de normomzet € 2.000 per maand. Bij verzekeraar B is dat € 4.000. In mei realiseer je een omzet bij verzekeraar A van € 4.000. Bij verzekeraar B realiseer je een omzet van € 2.000. Voor verzekeraar A krijg je over deze maand geen continuïteitsbijdrage, omdat de gerealiseerde omzet hoger was dan je normomzet en je daarom geen aanspraak kan maken op de continuïteitsbijdrage. Bij verzekeraar B krijg je nog over € 2.000 de continuïteitsbijdrage uitgekeerd. Als we weer uitgaan van 81% is dat € 1.620. In de maand juni komt er geen enkele verzekerde van verzekeraar A in jouw praktijk en realiseer je geen omzet. Je komt in aanmerking voor € 1.620 aan continuïteitsbijdrage van deze verzekeraar. Voor verzekeraar B zie je evenwel heel veel verzekerden en realiseer je een omzet van € 5.000. Je krijgt over deze maand geen continuïteitsbijdrage van verzekeraar B, omdat de gerealiseerde omzet hoger was dan je normomzet. Per saldo heb je in dit voorbeeld bij verzekeraar A € 4.000 aan omzet gerealiseerd in twee maanden, wat precies je normomzet is voor die twee maanden, terwijl je toch een continuïteitsbijdrage hebt ontvangen van deze verzekeraar. Deze continuïteitsbijdrage moet je naar verwachting bij de eindafrekening terugbetalen. Voor verzekeraar B heb je in totaal € 7.000 omzet gerealiseerd, dat minder is dan je normomzet. Je hebt evenwel per saldo wel een hogere continuïteitsbijdrage gehad dan je zou hebben gehad als niet per maand was afgerekend. Houd er rekening mee dat je bij de eindafrekening toch nog een bedrag moet terugbetalen. Als de verrekening per zorgverzekeraar op deze wijze zal plaatsvinden, is dit een best een complexe afrekening. Dit wordt nog complexer als je beseft dat de inhaalomzet waarschijnlijk ook per verzekeraar zal worden berekend. De eindafrekening zal medio 2021 plaatsvinden. Mijn zorgorganisatie heeft een omzet groter dan tien miljoen euro. Geldt deze regeling ook voor onze organisatie? Uitgezonderd van de regeling zijn grote zorgorganisaties met een omzet groter dan tien miljoen euro. Denk daarbij aan grote instellingen in de GGZ en wijkverpleging, maar ook revalidatiezorginstellingen en Algemene ziekenhuizen en umc’s. Voor deze grotere organisaties wordt door ZN een aparte regeling ontworpen, die op 1 juli 2020 gereed zal zijn. Ook deze regeling voor grote organisaties geldt dan met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020. Doen alle zorgverzekeraars mee? Uit de regeling blijkt dat deze (nog) niet geldt voor zorgverzekeraars EUcare en iptiQ. Dit gaat om de labels Aevitae, Promovendum, National Academic en Besured. EUCare (Aevitae) heeft een eigen regeling (nog niet bekend) en iptiQ (Promovendum, National Academic en Besured) heeft nog niet aangegeven of zij deze regeling zal volgen. Op grond van welke regelgeving kunnen zorgverzekeraars de bijdrage overmaken aan zorgaanbieders? Op grond van artikel 35 van de Wet marktordening gezondheidszorg kunnen zorgaanbieders niet zonder een door de NZa omschreven prestatie declaraties indienen en vergoed krijgen door de zorgverzekeraar. Dat betekent dat zorgverzekeraars niet zonder titel vergoedingen kunnen overmaken aan de zorgaanbieder. Voor de continuïteitsbijdrage is derhalve een titel nodig. Deze titel heeft de NZa inmiddels geregeld. In de beleidsregel ‘Continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus – BR/REG-20157’ heeft de NZa twee prestaties vastgesteld, waaronder de prestatie ‘Continuïteitsbijdrage’. Op grond van deze prestatie kunnen zorgaanbieders hun doorlopende kosten bij de zorgverzekeraar in rekening brengen die in verband met omzetverlies door het coronavirus niet worden gedekt. Bron: Eldermans | Geerts – juridisch specialist voor de zorg

bottom of page