Zelfstandige transportondernemers die meerdaagse internationale ritten maken, kunnen gebruikmaken van de regeling voor aftrek van verblijfskosten. Deze ‘eigen rijders’ mogen vanaf 2018 in de aangifte inkomstenbelasting per gereden dag € 36,50 aan verblijfskosten aftrekken.
Aan de regeling zijn de volgende voorwaarden verbonden:
De rit moet langer duren dan 24 uur.
De verste bestemming mag niet in Nederland liggen. Er is geen maximum afstand.
De regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar.
Je moet het aantal gereden dagen kunnen aantonen met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten.
De vertrek- en terugkomstdag tellen elk mee voor een halve dag.
Let op! Transportondernemers moeten ieder jaar opnieuw bekijken of ze deze regeling willen gebruiken. Bewijsstukken van de verblijfskosten hoeven niet bewaard te worden.
Meer dan 50 kilometer en korter dan 24 uur
De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer, ook als deze korter duren dan 24 uur. Hierbij gelden de volgende twee voorwaarden:
Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen (eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft).
Het traject van elke rit bevindt zich volledig buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de transportondernemer.
Werkelijke verblijfskosten aftrekken
Transporteurs kunnen er ook voor kiezen om de werkelijke verblijfskosten af te trekken. Ze moeten dan wel aannemelijk kunnen maken dat de werkelijke verblijfskosten in het desbetreffende jaar hoger zijn dan het vaste bedrag per gereden dag. Bewijsstukken van de verblijfskosten moeten dan wel bewaard worden.
Aftrekbeperking
Voor aftrek van verblijfskosten voor zelfstandige transporteurs geldt een wettelijke aftrekbeperking. Hier vind je een overzicht welk percentage van de kosten aftrekbaar is.