De afschrijving op gebouwen in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting wordt met ingang van 2019 beperkt tot 100% van de WOZ-waarde, in plaats van 50% van de WOZ-waarde nu. Er komt wel een overgangsmaatregel voor recentelijk aangeschafte gebouwen.
Volgens deze overgangsmaatregel mag drie jaar volgens het oude regime worden afgeschreven, als een gebouw vóór 1 januari 2019 door de belastingplichtige in gebruik is genomen en er op dat gebouw nog geen drie jaar is afgeschreven. Het maakt in deze gevallen niet uit of de boekwaarde daardoor onder 100% van de WOZ-waarde komt, maar de boekwaarde mag niet onder de 50% van de boekwaarde komen. Voor panden die ter beschikking worden gesteld aan derden geldt deze overgangsmaatregel niet; de grens is en blijft daarvoor 100% van de WOZ-waarde.
Tip: houd rekening met de beperking als je hierdoor vanaf 2019 in de vennootschapsbelasting niet meer op het gebouw kunt afschrijven of van plan bent een gebouw voor eigen gebruik aan te schaffen. De beperking betekent dat een gebouw in eigen gebruik in relatie tot een huurpand duurder wordt. Het is wellicht lucratief een pand, waarop door de maatregel niet meer kan worden afgeschreven, te verkopen en terug te huren of te leasen.
Om de nadelige gevolgen van de afschrijvingsbeperking tegen te gaan, kan je denken aan de volgende zaken:
Het vormen van een onderhoudsvoorziening.
Wees kritisch op de nieuwste WOZ-beschikking. Kijk bijvoorbeeld of de werktuigenvrijstelling kan worden toegepast en/of de waardering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.
Als het pand duurzaam een lagere nutsopbrengst voor de onderneming heeft, is afwaardering naar een lagere bedrijfswaarde wellicht mogelijk.