De bijstandsregeling voor zelfstandige ondernemers (Bbz) wordt vanaf 1 januari 2020 gewijzigd. Doel van de wijzigingen is het vereenvoudigen van de regeling voor de bijstandsontvanger en de gemeente. Ook wordt de nadruk gelegd op het tijdelijk ondersteunen van ondernemers met een levensvatbaar bedrijf.
Afbouw ondersteuning niet-levensvatbaar bedrijf
Tegen deze achtergrond wordt een andere maatregel waarmee ondernemers van 55 jaar en ouder een niet-levensvatbaar bedrijf tot hun pensioen kunnen voorzetten, afgebouwd. Voorgaande blijkt uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Gift of lening
Via de Bbz kan een gemeente onder meer bedrijfskapitaal verstrekken in de vorm van een gift of lening. Waarvoor een ondernemer in aanmerking komt, hangt af van de persoonlijke omstandigheden, zoals de omvang van het eigen vermogen. Ook komen starters slechts in aanmerking voor een rentedragende lening.
Meer verantwoordelijkheid gemeenten
De wijzigingen betekenen ook meer financiële verantwoordelijkheid voor gemeenten. Zo zal het Rijk een verstrekte lening voorfinancieren en dienen gemeenten deze gemiddeld voor minstens 75% terug te vorderen van de bijstandsgenieter. Een hoger gerealiseerd percentage komt ten goede aan de gemeentekas, terwijl een lager percentage ten laste van de gemeentekas komt.
Geen terugwerkende kracht meer
Een andere maatregel zorgt ervoor dat bijstand voor zelfstandigen niet meer met terugwerkende kracht kan worden verkregen. Genoemde wijzigingen hebben geen gevolgen voor ondernemers die nu al van de Bbz gebruik maken.
Vragen over de wijziging van de Bbz? Neem dan contact met ons op.