Als je een lijfrente voortijdig afkoopt, ben je in principe maximaal 20% revisierente verschuldigd. Dit is een sanctie, omdat je de lijfrente eerder en anders opneemt dan volgens de wetgever is bedoeld. Je bent echter geen revisierente verschuldigd als je een lijfrente afkoopt omdat je langdurig arbeidsongeschikt bent. De Belastingdienst nam hierover een standpunt in dat afwijkt van het oordeel van een rechter.
Revisierente
De revisierente bedraagt in principe 20% van (het belaste deel) van de afkoopwaarde van de lijfrente. Hoe hoog de afkoopwaarde is, is afhankelijk van hoeveel aan premies je niet of gedeeltelijk niet in aftrek hebt gebracht. Sloot je de lijfrente 10 kalenderjaren of minder vóór het jaar van afkoop af? Dan kan je gebruikmaken van een tegenbewijsregeling waardoor de revisierente mogelijk lager is.
Niet bij arbeidsongeschiktheid
Als je langdurig geheel of deels arbeidsongeschikt bent, hoef je echter helemaal geen revisierente te betalen als je je lijfrente afkoopt. Deze faciliteit speelt in op de vermindering van inkomen die bij arbeidsongeschiktheid veelal optreedt. Er gelden wel voorwaarden. Zo mag het bedrag van de afkoop niet hoger zijn dan € 50.063 (2024) en moet je een AOV-uitkering (binnenkort) ontvangen, of je arbeidsongeschiktheid kunnen aantonen met een verklaring van een arts dat je de komende twaalf maanden je beroep niet volledig kan uitoefenen. Ook mag je op het moment van afkoop de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.
Wat is het moment van afkoop?
Over de invulling van laatstgenoemde voorwaarde heeft de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd. Hier is ingegaan op de vraag wat het moment van afkoop is. Het antwoord op deze vraag is van belang als je je lijfrente afkoopt als je bijna de AOW-leeftijd bereikt. De Belastingdienst geeft aan dat het moment waarop de verzekeraar meedeelt akkoord te gaan met de afkoop, het moment van afkoop is. Als dit moment ligt op of na het bereiken van de AOW-leeftijd, ben je dus, in de visie van de Belastingdienst, revisierente verschuldigd over de afkoop van de lijfrente.
Rechter denkt er anders over
De Belastingdienst verdedigt zijn standpunt met het argument dat een verzekeraar eerst moet nagaan of voldaan wordt aan alle fiscale voorwaarden. Het standpunt van de Belastingdienst gaat echter in tegen een uitspraak van rechtbank Gelderland van augustus 2023. De rechtbank oordeelde dat het moment van afkoop het moment is waarop het verzoek tot afkoop is gedaan. De rechter komt tot dit oordeel, onder meer omdat dit moment aansluit bij de bedoeling van de wetgever tot het bieden van een faciliteit bij acute financiële problemen als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
Wat kan je hiermee?
Heb je een lijfrente afgekocht vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid? Verzocht je tot afkoop vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, maar ging de verzekeraar pas akkoord op of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd? Doe dan een beroep op het oordeel van rechtbank Gelderland. Het is namelijk, gezien het oordeel van rechtbank Gelderland, nog maar de vraag of het standpunt van de Belastingdienst overeind kan blijven. Houd er wel rekening mee dat je hiervoor een gerechtelijke procedure moet starten. De Belastingdienst zal, gezien zijn ingenomen standpunt, hoogstwaarschijnlijk niet akkoord gaan.