top of page

Compensatie mogelijk bij einde bedrijf door pensioen of overlijden werkgever

Bijgewerkt op: 26 jul. 2021


Staakt een werkgever zijn bedrijf door pensionering? Dan kan hij/zij vanaf 1 januari 2021 aanspraak maken op een compensatie van de transitievergoedingen voor zijn/haar werknemers. Het gaat hier om bedrijven met minder dan 25 werknemers.


De compensatie transitievergoeding bij beëindiging van het bedrijf is geregeld in de Wet arbeidsmarkt in balans. Voor de berekening van het aantal werknemers is het niet van belang of de werknemer een tijdelijk of een vast contract heeft. Er geldt geen terugwerkende kracht bij deze regeling.


Niet uit privévermogen

De overheid wil voorkomen dat werkgevers die door pensionering gedwongen zijn hun onderneming te staken, privévermogen moeten aanwenden om hun werknemers de transitievergoeding uit te kunnen betalen.


Voorwaarden compensatie

Om in aanmerking te komen voor deze compensatie moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Er vindt ontslag plaats als gevolg van beëindiging van de onderneming.

  • De onderneming heeft op 1 januari in het jaar van de beëindiging minder dan 25 werknemers in dienst.


Compensatie kan worden verstrekt voor vergoedingen die de werkgever verschuldigd was:

  • in verband met het eindigen van arbeidsovereenkomsten in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek om de toestemming voor opzegging of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst;

  • in verband met het eindigen van arbeidsovereenkomsten in de negen maanden na de verleende toestemming of inwilliging van het verzoek om ontbinding.


De werkgever kan dus gespreid over een periode meerdere keren een compensatieaanvraag indienen. Dit heeft als voordeel dat de financiële lasten voor een werkgever als gevolg van het ‘voorschieten’ van de transitievergoedingen worden beperkt. Om in aanmerking te komen voor de compensatie, moet voor minimaal één werknemer toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens verval van arbeidsplaatsen als gevolg van het beëindigen van de werkzaamheden van de onderneming van het UWV zijn verkregen.


Daarnaast moet de reden van bedrijfsbeëindiging te maken hebben met:

  • het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de ondernemer (binnen zes maanden) en

  • het feit dat er geen opvolger is.


Erfgenamen en/of medewerkgevers kunnen na het overlijden van de werkgever geconfronteerd worden met een onderneming die zij niet willen of kunnen voortzetten. Bedrijfsbeëindiging gevolgd door het ontslag van de werknemers zal dan de enige optie zijn. De erfgenamen van de overleden werkgever die na aanvaarding van zijn nalatenschap van rechtswege werkgever zijn geworden en eventuele medewerkgevers (denk aan een VOF), zijn bij beëindiging van de dienstverbanden dan een transitievergoeding verschuldigd aan alle ontslagen werknemers. Daarvoor is de compensatie in het leven geroepen. Als de werkgever is overleden, zal compensatie vanwege het overlijden worden verstrekt, als uiterlijk binnen twaalf maanden na het overlijden van de werkgever een ontslagaanvraag bij het UWV is ingediend.


Procedure UWV

De werkgever zal de benodigde gegevens aan het UWV moeten verstrekken over onder meer de berekening van de hoogte van de transitievergoeding en de betaling ervan.


Compensatie bij ziekte of gebreken van de werkgever is uitgesteld

De compensatieregeling bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte of gebreken van de werkgever is uitgesteld. Bij dit onderdeel moet namelijk worden getoetst of de werkgever binnen zes maanden zijn werkzaamheden kan voortzetten. Het UWV en beroepsverenigingen van bedrijfs- en verzekeringsartsen hebben nog geen overeenstemming bereikt over hoe dat getoetst kan worden. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit eerder bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer.


bottom of page