Rondom de investeringsaftrek is er een aantal zaken om rekening mee te houden: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (geven opdracht, ondertekening offerte e.d.) in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het percentage aan aftrek is in 2020 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.400 en € 58.238. Het plannen, en voor zover mogelijk het spreiden van investeringsverplichtingen, loont vaak de moeite.
Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte inkomstenbelasting 2020 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2020 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2020 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op risico’s bij faillissement van de leverancier.
Let op! Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen 12 maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doe je dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).
Let op! Soms mag je bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven, zoals sommige bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan. Heb je deze nog niet in gebruik genomen, dan kan je toch willekeurig afschrijven over maximaal het bedrag dat je in het jaar van investeren hebt betaald.
Desinvesteringsbijtelling
Heb je in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2016 en 2020) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoop je het bedrijfsmiddel weer of ruil je het in, dan krijg je mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor je een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht, voor zover mogelijk, met de desinvestering.
Let op! Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Zo zijn bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 uitgesloten. Ook uitgesloten zijn bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer.