top of page

Tarieven Box 3 – Sparen en beleggen


PRINSJESDAGSPECIAL | Vooralsnog is het streven dat vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 wordt belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden.


Vanaf 2024 wordt wettelijk bepaald dat aandelen in verenigingen voor eigenaren (vve’s) tot de categorie bank- en spaargeld behoren. Bezit je een appartement? Dan betaal je daardoor mogelijk minder box 3-belasting. Ook voor gelden op een derdenrekening bij de notaris is deze ‘herkwalificatie’ van kracht.


Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt niet gecorrigeerd voor de inflatie. Daarnaast gaat het tarief in box 3 van 32% (2023) naar 34% in 2024.

Banktegoeden (spaargeld)

Overige bezittingen

Schulden

2022

-0,01%

5,53%

2,28%

2023

0,01%

6,17%

2,46%

2024

nog niet vastgesteld

nog niet vastgesteld

nog niet vastgesteld

Tip: op 18 september 2023 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat ook de Wet rechtsherstel box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dit gevolgen hebben voor je box 3-inkomen. Teken daarom op tijd bezwaar aan om je rechten veilig te stellen.


Let op! Schulden en vorderingen tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen behoren in 2024 tot geen enkele categorie. Deze vallen dus met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023 helemaal buiten de aangifte.


Tip: ben je het niet eens met het geboden rechtsherstel voor de jaren 2017 tot en met 2022 omdat jouw daadwerkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement? Overleg dan met ons over de mogelijkheden om bezwaar te maken.


Comments


bottom of page