top of page

Tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing


SPECIAL LONEN 2023 | Sinds 1 januari 2021 is voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-regelingen) de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling ingevoerd. Dat betekent dat de RVU-heffing van 52% voor jou als werkgever tijdelijk en onder voorwaarden achterwege blijft, voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven.


De tijdelijke versoepeling is bedoeld om jou als werkgever de mogelijkheid te geven om oudere werknemers die bijvoorbeeld niet hebben kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en niet gezond kunnen blijven werken tot de AOW-leeftijd, tegemoet te komen.


Wat zijn de voorwaarden?

De voorwaarden voor de RVU-drempelvrijstelling zijn als volgt:

  • De uitkering ingevolge de RVU-regeling wordt toegekend in (maximaal) 36 maanden direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer.

  • Het bedrag van de drempelvrijstelling wordt per maand berekend.

  • De RVU-drempelvrijstelling geldt voor de periode van maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Gaat de uitkering minder dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd in, dan geldt de vrijstelling alleen nog voor de resterende maanden.

  • De werknemer heeft uiterlijk 31 december 2025 de leeftijd bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt.

  • De RVU-drempelvrijstelling bedraagt maximaal een bedrag dat, na vermindering van loonbelasting en premies volksverzekeringen, gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen zoals dat geldt op 1 januari van het jaar waarin de uitkering plaatsvindt.

Wanneer je als werkgever eerder dan 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd een vergoeding in het kader van een RVU uitbetaalt, ben je de reguliere RVU-heffing van 52% verschuldigd. Ook over het gedeelte van het bedrag dat boven de RVU- drempelvrijstelling uitkomt, ben je als werkgever de reguliere RVU-heffing verschuldigd.


Voorbeeld | In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een drempelvrijstelling van € 2.037 per maand. Een werknemer bereikt op 20 juni 2025 de AOW-leeftijd. De werknemer ontvangt op 1 juli 2023 een eenmalige RVU-uitkering van de werkgever. De periode tussen het ontvangen van deze uitkering en het bereiken van de AOW-leeftijd bedraagt 35 maanden en 19 dagen. Deze periode mag op hele maanden naar boven worden afgerond, zodat 36 maanden in aanmerking worden genomen voor de drempelvrijstelling. De vrijstelling bedraagt € 73.332 (36 maanden maal € 2.037).


De RVU-drempelvrijstelling geldt gedurende de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025. Op basis van overgangsrecht geldt voor de jaren 2026 tot en met 2028 onder de hierna genoemde voorwaarden een uitloopperiode. Als een RVU uiterlijk op 31 december 2025 schriftelijk is overeengekomen en de werknemer heeft de leeftijd bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt, kunnen op basis van overgangsrecht hieruit nog uitkeringen worden gedaan in de jaren 2026 tot en met 2028 met gebruikmaking van de RVU-drempelvrijstelling.


Voor een RVU-uitkering moet je code 53 (‘Uitkering in het kader van vervroegde uittreding’) gebruiken. Deze code gebruik je ongeacht of de drempelvrijstelling voor de pseudo-eindheffing van toepassing is. Over de reguliere heffing is en blijft de groene tabel voor bijzondere beloningen van toepassing.


Afspraken met sociale partners

Voor specifieke groepen werknemers kunnen sociale partners afspraken maken over eerder stoppen met werken. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de zwaarte van het werk in combinatie met de verhoging van de AOW-leeftijd. Als binnen een sector een dergelijke regeling bestaat waarbij je aan de voorwaarden voldoet, wordt de uitkering die de werkgever betaalt vergoed door de sociale partners.


Let op! Ook kan het zijn dat de sociale partners de vergoeding rechtstreeks aan de werknemer overmaken en jij deze vergoeding dus niet zelf aan je werknemer hoeft over te maken.


bottom of page