EINDEJAARSTIP | Heb je een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een boekwinst behaald, dan kan je de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. Voorwaarde is dat je een herinvesteringsvoornemen hebt en ook houdt, en van plan bent te investeren voor minimaal hetzelfde bedrag als de verkoopprijs.
Je kan de HIR in stand houden gedurende maximaal drie jaar na het jaar waarin je het bedrijfsmiddel hebt verkocht. Investeer je binnen deze termijn in een ander bedrijfsmiddel, dan boek je de HIR af op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. Investeer je niet tijdig in een ander bedrijfsmiddel, dan valt de HIR aan het einde van het derde jaar in de winst. Het is in veel gevallen voordelig om zo mogelijk een herinvesteringsreserve te vormen.
Voorwaarden
Voor het vormen en aanwenden van een HIR gelden enkele voorwaarden. Met name het genoemde herinvesteringsvoornemen is van belang. Dit voornemen moet op de balansdatum bestaan. Je maakt aannemelijk door bijvoorbeeld offertes op te vragen en advies in te winnen over een vervangend bedrijfsmiddel. Laat je hierover goed informeren en adviseren.
Let op! Het vormen van een herinvesteringsreserve is niet altijd voordelig, met name als in de toekomst over de winst een hoger belastingtarief van toepassing is. Stel bijvoorbeeld dat jouw verwachte jaarwinst vanaf 2025 belast wordt tegen het toptarief van 49,5%, terwijl jouw winst in 2024 belast wordt tegen een lager tarief. En stel dat je de HIR vanaf 2025 in vijf jaar afboekt op een nieuw bedrijfsmiddel, dan schrijf je vanaf 2025 vijf jaar lang minder af en betaal je meer belasting tegen een dan geldend hoger tarief.
Voor bedrijfsmiddelen die niet of in meer dan tien jaar worden afgeschreven, zoals vastgoed, geldt een extra voorwaarde. Daarbij moet het vervangende bedrijfsmiddel in de onderneming namelijk dezelfde bedrijfseconomische functie vervullen als het verkochte bedrijfsmiddel. Zo mag je een pand in eigen gebruik niet vervangen door een verhuurd pand en vice versa.