EINDEJAARSTIP | Is jouw partner niet bij jou in loondienst, maar werkt hij of zij wel mee in het bedrijf, dan kan je hiermee fiscaal rekening houden. Je kan kiezen voor de meewerkaftrek, dit is een percentage van de winst dat afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren.
Je kan echter ook kiezen voor de arbeidsbeloning. Dit moet een reëel uurloon zijn voor de verrichte werkzaamheden en moet in een jaar minimaal € 5.000 bedragen. Jouw partner wordt hier zelfstandig voor belast.
Heffingskortingen
Via de arbeidsbeloning voorkom je dat bij jouw partner heffingskortingen verloren gaan. Bepaalde heffingskortingen kan je partner, als die zelf te weinig inkomen heeft, namelijk niet meer uitbetaald krijgen. Het betreft de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Alleen partners die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, kunnen de algemene heffingskorting nog wel uitbetaald krijgen, op voorwaarde dat hun partner voldoende belasting betaalt. Door jouw partner een arbeidsbeloning toe te kennen, kan je partner de heffingskortingen (deels) zelf benutten.
Let op! De meewerkaftrek heeft geen gevolgen voor het inkomen van je partner. De arbeidsbeloning wel, want de partner wordt hiervoor zelf belast en betaalt hierover ook premies Zvw. Bereken wat voor jou de voordeligste optie is en pas deze toe. Houd hierbij ook rekening met het eventueel verloren gaan van de heffingskortingen. Je mag jaarlijks voor een andere beloningsvorm kiezen als je dat wil. Zorg wel dat je een eventuele meewerkbeloning schriftelijk vastlegt en ook daadwerkelijk betaalt. Voor de meewerkaftrek is dat niet nodig.