
SPECIAL LONEN | De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) draagt bij om werkgevers te stimuleren mensen met een kwetsbare positie in dienst te nemen en te houden. In de Wtl is vanaf 2025 nog maar één instrument opgenomen. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2025 afgeschaft, het Jeugd-LIV al per 1 januari 2024.
Afschaffing LIV per 2025
Per 1 januari 2025 is het LIV afgeschaft. Je had voor het jaar 2024 nog wel recht op het LIV voor werknemers die rond het minimumloon verdienen (gemiddeld per uur van minimaal € 14,33 tot en met maximaal € 14,91). Er golden nog meer voorwaarden voor het LIV, onder meer dat voor de werknemer in 2024 minimaal 1248 uren verloond is. Hoewel het LIV in 2025 is afgeschaft, vindt uitbetaling van het LIV 2024 nog wel plaats in juli/augustus 2025.
Tip: het is verstandig om te controleren of de verloonde uren goed zijn ingevuld in de aangifte loonheffingen over 2024. Aangiften en correcties op aangiften 2024 die vóór 1 februari 2025 zijn gedaan, worden nog meegenomen in de voorlopige berekening van het LIV 2024 die de werkgever medio maart 2025 ontvangt. Correcties vanaf 1 februari 2025, maar uiterlijk op 1 mei 2025 worden meegenomen in de definitieve berekening van het LIV.
Tip: om de afschaffing van het LIV voor sociaal ontwikkelbedrijven te verzachten, ontvangen gemeenten vanaf 2025 een compensatie voor het afschaffen van het LIV.
Loonkostenvoordelen
Voor bepaalde groepen werknemers, die moeilijker aan werk komen, heb je onder voorwaarden recht op een loonkostenvoordeel (LKV). Er zijn vier verschillende soorten LKV’s: voor oudere werknemers, voor arbeidsgehandicapte werknemers, voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden en voor herplaatsing van arbeidsgehandicapte werknemers. Voldoe je voor een werknemer aan de voorwaarden voor meerdere LKV’s, dan kan je toch maar een beroep doen op een van de regelingen (naar keuze).
Stapsgewijze afbouw LKV oudere werknemers
Vanaf 2025 wordt het LKV voor werkgevers die oudere werknemers in dienst hebben stapsgewijs afgebouwd. Of die afbouw plaatsvindt en hoe, is afhankelijk van de vraag of de dienstbetrekking vóór 1 januari 2024 begon of niet.
Voor dienstbetrekkingen die begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het LKV voor oudere werknemers van € 3,05 per verloond uur met een maximum van € 6.000 per kalenderjaar gewoon in stand tot het einde van de looptijd van maximaal drie jaar.
Voor dienstbetrekkingen die begonnen op of ná 1 januari 2024 is het LKV per 1 januari 2025 verlaagd naar € 1,35 per verloond uur met een maximum van € 2.600 per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2026 bestaat voor deze dienstbetrekkingen geen recht meer op LKV. Wel vindt voor deze dienstbetrekkingen in 2026 nog uitbetaling van het LKV 2025 plaats.
Let op! Je moet over een doelgroepverklaring beschikken voor de werknemer. Deze kan de werknemer aanvragen bij het UWV of – bij een bijstandsuitkering – bij de gemeente. De doelgroepverklaring moet binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking zijn aangevraagd.
Tip: start de dienstbetrekking van je oudere werknemer in 2025, ga dan na of je voor de werknemer misschien ook recht hebt op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer. Dit LKV wordt namelijk niet afgeschaft en bedraagt ook € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000. Als je een beroep op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer kan doen, word je dus niet geraakt door de afschaffing van het LKV oudere werknemer.
Verruiming LKV herplaatsen werknemer met arbeidshandicap
Vanaf 2025 zijn de criteria van het LKV herplaatsen werknemer met arbeidshandicap verruimd. Voor een werknemer die in de wachttijd van de WIA zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of geheel of gedeeltelijk in een andere functie bij jou gaat werken, heb je vanaf 2025 namelijk ook recht op dit LKV.
Recht op LKV bij overgang van onderneming
Bij overgang van een onderneming gaan ook de werknemers over naar een nieuwe werkgever. De Belastingdienst ging ervan uit dat het recht op een LKV in zo’n situatie nooit mee overgaat naar de nieuwe werkgever. De Hoge Raad heeft echter op 24 mei 2024 geoordeeld dat een loonkostenvoordeel (LKV) niet vervalt bij een overgang van een onderneming.
Was in jouw situatie ook sprake van overgang van een onderneming, dan blijft het recht op een LKV dus bestaan, mits aan de voorwaarden voor toepassing van het LKV is voldaan. Om in 2025 recht te hebben op het LKV, moet je in de aangifte loonheffingen 2025 het vinkje voor het LKV aanzetten.
Let op! Het oordeel van de Hoge Raad is mogelijk ook van toepassing op contractovernames waarbij de arbeidsovereenkomst door een nieuwe werkgever ongewijzigd wordt voortgezet.
Andere aangekondigde wijziging in LKV’s
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft nog meer wijzigingen voor ogen voor de LKV’s. Dit is opgenomen in het Wetsvoorstel banenafspraak dat op 17 oktober 2023 al aangeboden is aan de Tweede Kamer en waarvoor op 20 januari 2025 een plenair debat in de Tweede Kamer gepland staat. In het wetsvoorstel is onder meer opgenomen dat het LKV werknemers doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden vanaf een bepaalde datum structureel beschikbaar wordt. Dit maakt dan een einde aan de maximale toepassingsperiode van de drie jaar die nu geldt. Het is ook de bedoeling dat dan geen doelgroepverklaring meer hoeft te worden aangevraagd. De beoogde ingangsdatum was 1 januari 2025, maar die datum is niet gehaald. Als de Eerste Kamer uiterlijk 1 juli 2025 het wetsvoorstel aanneemt, kan de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2026 worden gehaald. Bij aanname na die datum kan inwerkingtreding op zijn vroegst per 1 januari 2027 plaatsvinden.
Comentários