Sinds 2014 wordt het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verlaagd met 0,5% per jaar, voor zover de rente wordt afgetrokken tegen het hoogste inkomstenbelastingtarief in box 1. In 2018 was dat tarief 51,95%. Per 1 januari 2019 loopt de totale beperking van de hypotheekrenteaftrek op tot 3%. Hierdoor is in 2019 de hypotheekrente aftrekbaar tegen 49%.
In de originele plannen van het kabinet zou de afbouw doorlopen tot de hypotheekrente in 2041 tegen slechts 38% zou kunnen worden afgetrokken. Maar die afbouw wordt vanaf 2020 versneld met 3% per jaar in plaats van 0,5% per jaar. In 2020 kan daarom de hypotheekrente nog tegen 46% worden afgetrokken in plaats van tegen 48,5%. In 2021 is het maximale aftrektarief 43% en in 2022 40%. In 2023 zal nog een keer een verlaging van 2,95% worden doorgevoerd, waardoor de hypotheekrente definitief aftrekbaar is tegen maximaal 37,05%. Dit percentage komt overeen met de plannen van de regering om een tweeschijvenstelsel in te voeren, waarbij de eerste schijf een tarief van 37,05% kent.
Let op! Voor de bijtelling van het eigenwoningforfait geldt deze tariefverlaging niet. Voor deze bijtelling geldt een maximaal tarief van 51,75%.
Het hypotheekplafond blijft 100%. Dit betekent dat je de aankoopkosten van een woning (de zogenoemde kosten koper) niet kunt lenen bij de bank, maar met eigen geld moet betalen. Het hypotheekplafond geldt alleen voor professionele hypotheekverstrekkers zoals banken.