Koop nog dit jaar een lijfrente of stort een bedrag op je lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht en creëer daarmee een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw.
Aan het begin van het jaar mag je nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben. Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Je kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), zoekterm ‘jaarruimte’. Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kan je de premie in 2019 aftrekken tegen maximaal 51,75%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Vanwege de daling van deze tarieven is de uitkering in veel gevallen lager belast. Als je nu de premie kunt aftrekken tegen 51,75% en deze is te zijner tijd belast tegen 37,05%, bedraagt het tariefvoordeel 14,7%.
Tip: zorg dat je de lijfrentepremies in 2019 betaalt! Alleen dan kan je deze nog in aftrek brengen in de aangifte inkomstenbelasting 2019. Bovendien verminder je daarmee je vermogen, zodat je belasting in box 3 bespaartt.
Let op! De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de lijfrente-uitkering betaal je bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover jouw inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw-premiegrens valt en je nu de Zvw-premiegrens nog niet hebt bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.
Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is de algemene heffingskorting mogelijk hoger als gevolg van de aftrek van een lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 68.507 heeft de lijfrentepremieaftrek geen effect meer op de algemene heffingskorting.